vrijdag 13 november 2009

How many?

Zo’n paar weken voor de vakantie slaat bij ons meestal de meligheid toe. In de regel houdt dit aan tot we in het vliegtuig zitten, de veiligheidsriemen los mogen en de één belangstellend aan de ander vraagt of hij/zij de bietjes toch wel heeft afgezet. Gek, maar je gaat dan toch twijfelen.....

Verder tellen we af; nog drie keer de vuilnisbak buiten zetten, nog één keer naar de pedicure/kapper/schoonheidspecialiste, drie keer de bedden verschonen, of twee keer Marc Marie in de rimboe kijken en we zitten in Florida. Overal waar we binnenstappen zoeken onze ogen al naar de castmember die belangstellend vraagt: “How many?” En omdat er hier bij de bloemist, in de schouwburg, bij de polikliniek en zelfs in het restaurant geen castmember te zien is, stellen we ons de dan vraag zelf maar. Zo ziet men ons gniffelend door onze woonplaats gaan.

Bij het boodschappen doen wordt al rekening gehouden met de uiterste houdbaarheidsdatum van de fijne vleeswaren en heel stiekem kijken we ook dagelijks even wat voor weer het in Orlando is. We schreeuwen het niet van de daken, maar de koers van de dollar stemt momenteel zeer tot tevredenheid.

Omdat Mrs. Teleton chronisch nierpatiënt is en er nogal wat medicijnen nodig zijn om de natuur ook tijdens de vakantie te ondersteunen, is het tijdig bestellen van de medicijnen ook een vast ritueel. Ook al ben je vaste klant bij dokter en apotheker, het kost iedere keer toch weer wat overtuigingskracht om de voorraad medicijnen wat eerder aangevuld te krijgen dan bij hen in de computer staat. “Hoeveel tabletjes heeft u dan nog mevrouw?”, klinkt het door de telefoon. Ha, denken wij, eindelijk, How many? En wij vermaken ons kostelijk terwijl we geduldig uitleggen dat we twee weekjes naar Florida gaan. “Vakantie naar Florida, zo, zo, dat verandert de zaak, dat zou de dokter zelf ook wel willen, maar ja druk, druk druk, projecten, Mexicaanse griep en Q-koorts, begrijpt u?” Wij begrijpen het en hangen tevreden op, nadat we voldoende pilletjes, tabletjes, capsules, spuiten en naalden hebben losgepeuterd.

Ook alle noodzakelijke onderzoeken en testjes zijn op de geplande reis afgestemd. En zo kwam het dat we deze week uitvonden dat Mrs. Teleton aan cholelithiasis lijdt. In gewoon Nederlands betekent dit dat ze één of meer vervelende galstenen meesjouwt. Hoewel één op de tien medelanders zich in het bezit van galstenen mag verheugen, meestal zonder dat hij/zij zich hiervan bewust is, mag zij zich voor vertrek toch nog even bij de chirurg melden.

Dat wordt dus nog even spannend. Voorlopig gaan we er nog wel van uit dat we toestemming krijgen om af te reizen. Eenmaal aan het idee gewend, slaat de meligheid weer toe. Want, zo vragen wij ons af, hoe smokkelen wij de stenen de grens over? Ik zie het interview op Zaventem al helemaal voor me. In sappig Vlaams of met een Frans accent, krijgen de vragen voor onze Hollandsche oren toch al een lollige lading: “Zijn het uw eigen stenen, mevrouw? En heeft u ze zelf ingepakt? Zijn de stenen onlangs gerepareerd of anderszins in het bezit van anderen geweest? Bent u de stenen onlangs nog uit het oog verloren?”

Mrs. Teleton ziet er de lol niet van in. Zij heeft, los van de vraag of ze wel met deze bagage mag reizen, straks maar één prangende vraag voor de chirurg: "How many.....?"