zaterdag 28 november 2009

All my bags are packed, I’m ready to go…..

Aangestoken door de mooie verhalen van Pieter, Petra, Theo en Cynthia die inmiddels al op Cane Island zijn aangekomen, staan wij inmiddels ook aardig in de afreismode. “I’m leaving on a jetplane” zingt het in mijn hoofd en mijn liefje vliegt met mij mee. Wat wil je nog meer?

Onze ‘voorgangers’ hebben nogal wat moeite moeten doen om het appartement binnen te komen omdat er problemen met de sleutelkluisjes of sleutels waren. Beiden meldden dat ze geholpen werden door een medewerker van security. Wij vinden het prima om te horen dat er nu kennelijk  iemand ‘s avond surveilleert. Uiteindelijk hebben ze, in mijn ogen, de hoofdprijs met een driekamercondo met uitzicht op het zwembad en de vijver.

De voorbereidingen gaan er bij ons rustig aan toe. Wij hoeven vandaag geen Sinterklaasinkopen te doen, hoeven ook de werkmails niet meer af te melden en de kleine voorbereidende klusjes zijn gebeurd, dus hebben we alle tijd om de laatste stofzuiger door het huis en een borstel door de pot te slingeren. Morgen nog een klein swiffertje voor de frissigheid, voor we in de loop van de middag naar Brussel afreizen, want moeder de vrouw laat de boel graag proper achter….. Straks mogen de twee koffers naar beneden komen die we morgenochtend zullen vullen. Da’s wel wat anders dan de woeste berichten over de gezonde vakantiestress bij Forumlid Chanti and company, maar die reizen ook nog eens met een peutertje.

Nu aan vrijwel alle formaliteiten is voldaan, is het wachten nog op het inchecken bij United maar dat kan pas 24 uur voor vertrek. Voor de onderhandelingen met onze vrienden van Alamo zijn we tot de tanden toe gewapend. Wij reizen met een verklaring van de dokter waarin staat dat wij allergisch zijn voor het merk Kia, dus ons kan niets gebeuren.

Vanavond wacht ons nog een (hopelijk) leuke voorstelling in de schouwburg van Alex Klaassen. De kerstkaarten zijn geschreven, de tuin is winterklaar, de gastank van onze koffiekleurige Franse dame is gevuld en de beurzen zijn afgeladen met Amerikaanse muntjes en biljetjes. Nooit vergeet ik immers meer die keer dat ik, na een stief halfuurtje hongerig wachten in een lange rij op het vliegveld van Chicago een burger bij de Mac bestelde en de man een vies gezicht trok toen ik met mijn slaperige hoofd met euro’s betaalde…..Dat zal ons in ieder geval niet meer gebeuren. Rest mij nog een verzoekje voor de trouwe lezers; vanaf 6 december is het, om in de stemming te komen, het verplicht om tijdens het lezen van het blog naar de muziek van Andy Williams te luisteren. Tot die tijd voert Sinterklaas op dit blog de boventoon….o, kom er eens kijken wat we nu weer allemaal meemaken!

Tulp met Sinterklaas

De stemming zit er, zoals gebruikelijk vlak voor de vakantie, goed in in huize Teleton. Wanneer er niets verandert, zal dat ongetwijfeld zo blijven. Wij houden jullie op de hoogte!

dinsdag 17 november 2009

Dovemansoren

Gespannen betraden wij het plaatselijke hospitaal. Binnengekomen zochten we tevergeefs naar een fast pass. Geduldig namen we dus maar plaats in de wachtruimte, tot de assistente onze naam afriep. Schielijk legden we beduimelde Story en Panorama met de kerstfoto’s van de Koninklijke familie uit 2006 weg, stonden op en liepen met 2 opgestoken vingers richting de assistente. Zonder de vraag af te wachten, mompelde ik dat we met zijn tweetjes onze opwachting bij de chirurg wilden maken. In plaats van “Row two” zei ze echter: “Komt u maar mee naar kamer twee”. Toch zou ze als castmember bij It’s a small World geen gek figuur zou slaan. Ze had een warme glimlach.

“Doet u de jas maar uit en neem maar plaats op de onderzoekstafel, de dokter komt zo bij u”. Dat viel mee, tot nu toe tenminste. Zij verliet de kamer, ons vol spanning achterlatend. Wat bespreek je met elkaar in een onderzoekskamer? En wat als je daar ruim een kwartier moet wachten? Wij snakten naar de Story en de Panorama, desnoods uit 2004. Voetstappen op de gang. Zou dat de dokter….? Ze gingen voorbij, telkens weer. Onze dokter droeg kennelijk bordeelsluipers want, als donderslag bij heldere hemel, stormde hij de kamer binnen.

Ik begrijp best dat de dokter geen tijd heeft voor een uitgebreid rondje voorstellen van de gespreksdeelnemers. Maar deze dokter hield helemaal niet van plichtplegingen, zette zich achter de computer en sprak, zonder zich om te draaien tot mijn vrouw: “Zegt u het maar”. Het bleef angstig stil, zij is namelijk ooit na een narcose hardhorend (zeg maar gerust doof) wakker geworden. Zij wachtte rustig tot de dokter zich tot haar zou wenden.

Natuurlijk ben ik gewend om mijn vrouw waar nodig te helpen. Je moet hier wel mee uitkijken, slechthorende mensen zijn immers niet op hun achterhoofd gevallen. Met een beetje moeite kan je goed met ze communiceren. Ik wees de dokter op de handicap van mijn vrouw. Hij knikte begrijpend en richtte zich bij de verdere vragen tot mij. Hij nam nog net de moeite om haar, in plaats van mij, lichamelijk te onderzoeken.

Na het onderzoek kwamen de dokter en ik tot de conclusie dat een operatie onvermijdelijk was. “Gelijk na de vakantie dan maar?” Kijk da’s nou weer een voordeel van een dokter die van opschieten houdt. “Nou, vooruit dan maar”, slikte ik. Nog even snel aan mijn vrouw gevraagd of zij er ook mee instemde. Formeel moest de dokter toen nog wel even de mogelijke complicaties van zo’n ingreep met mij doornemen. Net zoals een leuke vakantie plotseling in een nachtmerrie kan veranderen doordat het vliegtuig neerstort, zo zijn er bij zo’n operatie ook van die kleinigheidjes die er toe kunnen leiden dat je je nog eens achter het oor krabt voor je je galblaas laat verwijderen. Statistisch blijkt vliegen de veiligste vorm van vervoer en als je ooit geopereerd moet worden, dan hoop ik voor je dat het aan de galblaas is, want statistisch loop je dan weinig risico. We kregen toch nog vier boekjes mee waarin alle mogelijk rampspoed nog eens gedetailleerd beschreven staat.

Inmiddels hebben we een kennismakingsrondje door het ziekenhuis gemaakt. Bloedprikken, een hartfilmpje, gesprekje bij de narcotiseur (en nu geen foutjes meer hè vriend,…dooF is al erg genoeg) en tot slot naar opname. Alles is in kannen en kruiken, we kunnen, al is het dan met een blaas vol stenen, eerst met vakantie en dat was nu eens niet tegen dovemansoren gezegd!

vrijdag 13 november 2009

How many?

Zo’n paar weken voor de vakantie slaat bij ons meestal de meligheid toe. In de regel houdt dit aan tot we in het vliegtuig zitten, de veiligheidsriemen los mogen en de één belangstellend aan de ander vraagt of hij/zij de bietjes toch wel heeft afgezet. Gek, maar je gaat dan toch twijfelen.....

Verder tellen we af; nog drie keer de vuilnisbak buiten zetten, nog één keer naar de pedicure/kapper/schoonheidspecialiste, drie keer de bedden verschonen, of twee keer Marc Marie in de rimboe kijken en we zitten in Florida. Overal waar we binnenstappen zoeken onze ogen al naar de castmember die belangstellend vraagt: “How many?” En omdat er hier bij de bloemist, in de schouwburg, bij de polikliniek en zelfs in het restaurant geen castmember te zien is, stellen we ons de dan vraag zelf maar. Zo ziet men ons gniffelend door onze woonplaats gaan.

Bij het boodschappen doen wordt al rekening gehouden met de uiterste houdbaarheidsdatum van de fijne vleeswaren en heel stiekem kijken we ook dagelijks even wat voor weer het in Orlando is. We schreeuwen het niet van de daken, maar de koers van de dollar stemt momenteel zeer tot tevredenheid.

Omdat Mrs. Teleton chronisch nierpatiënt is en er nogal wat medicijnen nodig zijn om de natuur ook tijdens de vakantie te ondersteunen, is het tijdig bestellen van de medicijnen ook een vast ritueel. Ook al ben je vaste klant bij dokter en apotheker, het kost iedere keer toch weer wat overtuigingskracht om de voorraad medicijnen wat eerder aangevuld te krijgen dan bij hen in de computer staat. “Hoeveel tabletjes heeft u dan nog mevrouw?”, klinkt het door de telefoon. Ha, denken wij, eindelijk, How many? En wij vermaken ons kostelijk terwijl we geduldig uitleggen dat we twee weekjes naar Florida gaan. “Vakantie naar Florida, zo, zo, dat verandert de zaak, dat zou de dokter zelf ook wel willen, maar ja druk, druk druk, projecten, Mexicaanse griep en Q-koorts, begrijpt u?” Wij begrijpen het en hangen tevreden op, nadat we voldoende pilletjes, tabletjes, capsules, spuiten en naalden hebben losgepeuterd.

Ook alle noodzakelijke onderzoeken en testjes zijn op de geplande reis afgestemd. En zo kwam het dat we deze week uitvonden dat Mrs. Teleton aan cholelithiasis lijdt. In gewoon Nederlands betekent dit dat ze één of meer vervelende galstenen meesjouwt. Hoewel één op de tien medelanders zich in het bezit van galstenen mag verheugen, meestal zonder dat hij/zij zich hiervan bewust is, mag zij zich voor vertrek toch nog even bij de chirurg melden.

Dat wordt dus nog even spannend. Voorlopig gaan we er nog wel van uit dat we toestemming krijgen om af te reizen. Eenmaal aan het idee gewend, slaat de meligheid weer toe. Want, zo vragen wij ons af, hoe smokkelen wij de stenen de grens over? Ik zie het interview op Zaventem al helemaal voor me. In sappig Vlaams of met een Frans accent, krijgen de vragen voor onze Hollandsche oren toch al een lollige lading: “Zijn het uw eigen stenen, mevrouw? En heeft u ze zelf ingepakt? Zijn de stenen onlangs gerepareerd of anderszins in het bezit van anderen geweest? Bent u de stenen onlangs nog uit het oog verloren?”

Mrs. Teleton ziet er de lol niet van in. Zij heeft, los van de vraag of ze wel met deze bagage mag reizen, straks maar één prangende vraag voor de chirurg: "How many.....?"